Wat is nu het mooiste plekje van onze wijk? En wat willen bewoners graag zien in de buurt? In de rubriek ‘Buurtbewoner aan het woord’ wordt steeds een andere buurtbewoner de hemd van het lijf gevraagd. In deze tweede aflevering is het woord aan Henk Klaassen.
Wie ben je?
Henk Klaassen, 74 jaar.
Hoe lang woon je al in de Patrimoniumbuurt?
Al meer dan 50 jaar. Vanaf 12-03-1965 woonde ik in Vrouwehekstraat 13, en sinds 09-09-1969 woon ik in de Zocherstraat op nr. 71.
Hoe ben je terechtgekomen in de Patrimoniumbuurt?
Ik ben als vierde van tien kinderen in 1941 in de Reitzstraat (Transvaalbuurt) geboren. Mijn oudere zus woonde al in de Vrouwehekstraat, waar ze een bovenverdieping huurde van mevrouw Bak. Toen mijn zus in 1965 en ging verhuizen, ben ik ook gauw gaan trouwen om samen met mijn vrouw de woning van mijn zus te kunnen betrekken. Ik had in1960-1961 in Ned. N. Guinea gediend en daarna twee jaar als steward op het passagiersschip Willem Ruys gewerkt. Na het vrije leven op zee was het voor mij te krap geworden met zoveel broers en zussen in de Reitzstraat.
Van het hoekhuis Vrouwehekstraat 13 was al een bewoonbare bovenetage gemaakt door van de twee kamers aan de voorkant een huiskamer te maken. Aan de achterkant bleef dus één slaapkamer over en een klein kamertje waar een keukentje van gemaakt was. Met mevrouw Bak deelden we de tuin, waar ik in enkele maanden een lusthofje van gemaakt had.
Door het schuine dak aan weerskanten was het in de winter soms erg koud op de bovenverdieping. Ik herinner me nog goed de koudste winternacht, met 2 kleine kindertjes, toen het in de slaapkamer vier graden onder nul was en de rijp op de wollen dekens stond. We hadden het niet breed, maar hebben daar een fijne tijd gehad.
Wat doe en/of deed je in het dagelijks leven?
Vóór mijn pensionering was ik autokleur-deskundige bij één van de grootste lakfabrieken ter wereld, waarvoor ik veel op reis was in het buitenland. Nu ik gepensioneerd ben, doe ik veel computerwerk, tuinwerk en hand-en-spandiensten voor familie, buren en vrienden.
Wat vind je het mooiste plekje van onze wijk?
Het mooiste vind ik het Rozenhagenplein, met de school en het speelveldje. Ook de Kloppersingel vind ik erg mooi, vooral in winter/schaatstijd. Spelende kinderen in onze wijk zijn helemaal het einde!
Waar komt je interesse in de geschiedenis van de wijk vandaan?
Ik ben erg geïnteresseerd in oude foto’s van onze buurt, omdat ik als kleine jongen al zo veel op straat speelde net zoals de vele kinderen uit deze zeer kinderrijke buurten. Bij de Paul Krugerkade, het Spaarne, de Kloppersingel, het ‘sodaslootje’, het ‘kikkerslootje’, ‘het prikkie’, ‘t Kalfje’.. al deze plekken in onze buurt speelden een belangrijke rol destijds in ons kinderleven. Je kunt je nu bijna niet meer voorstellen dat we in het Spaarne en de Kloppersingel zwommen als het warm was. Daarnaast heb ik ook wel meer dan gemiddeld interesse in de leefwijze van vroeger, vooral op het platteland.
Wat zou je graag anders willen zien in de wijk?
Ik zou graag zien dat alle hagen en voortuintjes worden gefatsoeneerd en dat er nog meer groen en bloemen komen (dus geen hekken, minder steen en geen rotzooi). Het mooist zou het zijn als we weer meer eenheid in voortuintjes en gevels zouden krijgen. Ook zou het mooi zijn als de boomspiegels wat meer aandacht kregen en liefst ook beplant zouden worden.
Ook hoop ik dat het Nelson Mandelapark in z’n geheel opnieuw ingericht gaat worden, na een degelijk onderzoek en een aanbeveling die gesteund wordt door wijkraden, omwonenden en huidige gebruikers.
Wie moet er in de wijk komen wonen en waarom?
Ik zou het leuk vinden als er meer kinderrijke families in de buurt komen wonen. In vergelijking met vroeger is vooral de Patrimoniumbuurt verouderd met veel woningen bewoond door één of twee oudere mensen. Meer jonge gezinnen, eventueel via de gewenste nieuwbouw in de wijken rondom het Nelson Mandelapark, zouden de buurt weer levendiger en volgens mij ook gezelliger maken. Hiervoor is het wel nodig dat er meer voorzieningen (sport en spel) voor kinderen en opgroeiende jeugd komen in het Nelson Mandelapark. Wat we nu hebben, is zeer pover vergeleken bij een aantal andere buurten (bijvoorbeeld het Zaanenpark en het gebied rond de Van Oosten de Bruijnstraat).
Waar ben je trots op?
Ik ben trots op het feit dat onze wijk een beschermde status heeft, en goed wordt onderhouden door Pré Wonen.
Wat is je levensmotto?
Een dag niet gezongen en/of gelachen is een dag niet geleefd!
Wat wil je verder kwijt?
Ik vind het geweldig hoe de wijkraad bezig is, en hoop dat ze het ook vol kunnen houden. Ik hoop dat wat er nu is opgezet, nog meer kracht en macht krijgt en behoudt, zodat er duidelijke verbeteringen in de wijk bewerkstelligd worden en de gemeente Haarlem goed rekening gaat houden met voorstellen en wensen van de buurt.
Aan wie geef jij de pen door en wat heb je altijd al willen vragen aan deze persoon?
Ik geef de pen graag door aan Arnold van Strien. Mijn vraag voor hem: “Hoe komt het dat je zo gek bent op basketbal, en heb je ook andere sporten gedaan?”